Zelf ben ik niet zo van de sauna’s
Sauna’s trekken me niet zo, dat is meer Nienke’s ding. Doe mij maar de Japanse Onsen (heet water baden): geen gedoe en mannen onder elkaar. Na een paar uur in Nikko te hebben gewandeld is het heerlijk om even bloot in een 65 graden bad te stappen en – met je “cover towel” op je hoofd - je lijf langzaam te laten garen terwijl je poriën zich openen. Foto’s laat ik er niet van zien want je kunt je wel voorstellen dat de cameralens wazige foto’s gaat maken. Bovendien zouden de andere bezoekers dit vast niet op prijs stellen als zo’n ‘gaijin’ (buitenlander) ze op de foto zet. We zitten nu in een hotel in Shiobara Onsen. Bij binnenkomst krijg je een yukata (soort linnen badjas) plus sloffen en die draag je de hele tijd in het hotel.
Even terug naar vanochtend toe we de huurauto gingen ophalen. We werden door het voltallige personeel garage personeel geholpen: de monteur keek de auto nog na, de baas stond ons te woord en er was een dame om de kassa te bedienen. Er was even twijfel over welke sticker ze op de auto gingen plakken om aan te geven dat we buitenlanders waren: a) de sticker die aangeeft dat de auto bestuurd wordt door Bejaarden of b) de sticker die aangeeft dat je nog geen jaar je rijbewijs hebt. Het werd de laatste want zo was de argumentatie: “hoewel we in Nederland volleerd autobestuurders zijn, konden ze begrijpen dat we in Japan wat minder rijervaring hadden en we wilden tenslotte de Japanse medeweggebruikers niet in de war brengen. Toch?”. Dus rijden we nu met een magnetische “Shoshinsha” sticker rond. Google zelf maar even en ja, we kunnen ze er zelf afhalen?.
Op naar Nikko dat bekend is vanwege 103 grote en kleinere tempels. De eerste tempel werd in 1604 gebouwd. Hier hebben we ook ons “Goshuinchou 2018” (“Honorable red-stamp notebook”) voor deze reis aangeschaft en meteen een paar stempels laten zetten. De meest bekende tempel is wel die van de aapjes: “Niets-zien, niets horen, en niets zeggen”.
Na Nikko volgde een mooie weg door de bergen met hellingen van 10% en ook vele haarspeldbochten. Onderweg kwamen we het “Edelweiss Ski resort” tegen op de Hunter Mountain (een ski gebied dat in Japan wereld beroemd is).
Nu zijn we dus in het dorp Shiobara dat toevallig bekend is vanwege de vele onsen (Warm waterbaden). De reden dat we hier overnachten is minder spectaculair: We konden geen ander hotel vinden dat beter op de route lag en ook makkelijk was te boeken. De eigenaar en zijn vrouw zijn maar wat trots dat buitenlanders in hun hotel overnachten maar spreken minder Engels dan wij Japans.
In het hotel hangt, door deze bijzondere warmwater baden, wel een typische lucht die een beetje in het midden van 3 dagen oude vis die net een tikje te lang in de zon heeft geleden en gefrituurde koolbladeren ruikt. Maar dat mag de pret niet drukken. We slapen vanavond in een tatami kamer, met typische Japanse vloermatten, een futon en een dekbed met aan de bovenkant een gat. Net op even voor half 6 werd het menu al omgeroepen in het Japans door de centrale omroepsysteem van het hotel. We vragen ons nu af of we morgen ook zo worden gewekt. Buiten is het razendsnel donker geworden en om 6 uur werd ook het hele dorp verblijd met een gezellig riedeltje om aan te kondigen dat het 6 uur is en tijd om naar huis te gaan om te eten (tenminste dat bedenken wij er dan bij, iedere vorm van uitleg ontbreekt). Communiceren met de Japanners gaat een beetje met handen en voeten. Ze beginnen gewoon wat harder Japans te praten in de hoop dat je het de tweede en hardere keer wel gewoon verstaat. Helaas is ons Japans nog best roestig, maar we redden ons aardig. Vanmiddag in de ijssalon een leuk gesprekje gehad met de eigenaar en zijn vrouw. Waar we vandaan kwamen, waar we naar toe gaan, kaartje met de route laten zien en we kregen de tip dat de stad waar we morgen naar toe gaan bekend staat om zijn ramen noedels. Die moeten we morgen maar even gaan proeven.
Nu tijd voor het avondeten: Japans buffet dit keer. Om stipt 7:00 uur komt er een mededeling via de omroepinstallatie: Waarschijnlijk zeggen ze zoiets van “je mag nu je dienblad volladen, wie het eerste komt krijgt het meest”. Voor ons is het onbegrijpelijk, maar omdat het etenstijd is gaan we op pad. Op de gang gaan vele deuren open, blijkbaar zat iedereen op dit bericht te wachten. In de eetzaal is het al een drukte van belang. Ook wij pakken een dienblad met bordje. Bij de gerechten staat netjes een bordje om te vertellen wat het is…in het Japans. 80% van de gerechten komt ons onbekend voor. De gebakken aardappeltjes, de sla en curry rijst zijn herkenbaar, voor de rest gokken we maar wat. Het en der staan naambordjes op de tafels, dus die zullen wel gereserveerd zijn. Maar bij het raam was nog een tafeltje voor 2 personen vrij. Nadat we een hap hadden genomen, kwam een van de serveersters al buigend en excuserend naar ons toe. We zaten verkeerd! Dat hadden we eigenlijk moeten weten. Ook voor ons was een 4 persoonstafel gereserveerd ver weg van de Japanse gasten zodat we daar geen last van zouden hebben onder het eten (en zij niet van ons). Naast ons zat ook een vader met dochter te eten en zij had ons net op de foto gezet. Hoezo heeft iemand last van ons of wij van hun. We mochten blijven zitten als we beloofden om morgenochtend ook aan deze tafel te ontbijten. Dat vonden geen bezwaar dus kregen we ons eigen naambordje op ons tafeltje.
Terug op de kamer waren de futons al uitgerold en opgemaakt. Bijna tijd om te gaan slapen.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}